Boris Leonidovitsj Pasternak (1890 – 1960) was een Russisch dichter, schrijver, componist en Nobelprijswinnaar voor de literatuur.
Pasternaks vader, Leonid, was portret- schilder en docent op de Kunstacademie te Moskou; zijn moeder, Rosa Kaufmann, was pianiste. Hij groeide op in een kosmopolitisch en intellectueel milieu: tot regelmatige bezoekers van de familie behoorden onder anderen de componisten Rachmaninov en Alexander Scriabin, de dichter Rainer Maria Rilke en schrijver Leo Tolstoj.
Boris Pasternak begint op dertienjarige leeftijd aan zijn compositiestudie van Joeri Engel: hiervan zijn o.a. een pianosonate en pianopréludes het gevolg. Na zijn eindexamen gaat hij aan de universiteit rechten studeren, maar hij voltooit tegelijkertijd zijn studie compositie aan het Conservatorium van Moskou bij Reinhold Glière. In 1909 neemt hij het besluit om met de muziek op te houden en in 1910 ging hij filosofie studeren. Al snel echter wijdde hij zich aan het schrijverschap. In 1914 maakte hij zijn debuut met de kleine gedichtenbundel “Tweeling in de wolken”, geïnspireerd door Alexander Blok en de ideeën van Kant. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij in een chemische fabriek te Perm, welke ervaring hij later deels verwerkte in Dokter Zjivago.
In 1922 publiceerde Pasternak de gedichtenbundel “Mijn zuster het leven”. Daarna volgden in hoog tempo de bundels “Thema’s en variaties” (1923), “Het jaar 1905”, (1926), “Luitenant Schmidt” (1927), plus de prozawerken “De jeugd van Ljoewers” (1922), “Brieven uit Toela” (1922) “Een verhaal” (1929) en het autobiografische “Vrijgeleide” (1929). Deze werken vestigden de reputatie van Pasternak als een van de grootste schrijvers van de Russische literatuur.
Pasternaks poëzie wordt gekenmerkt door een intens meebeleven met het gevoel van het onderwerp. Het gaat om de emoties, de extase van gevoelens. Zijn gedichten kenmerken zich door een hoge muzikaliteit. Kern van zijn poëzie is de metafoor die berust op een vluchtige associatie. Zeker in zijn beginperiode zijn de gedichten niet altijd even toegankelijk.
Internationale bekendheid verwierf Pasternak met zijn roman Dokter Zjivago. Hierin beschreef hij de lotgevallen van een jonge arts en zijn geliefde Lara (geïnspireerd door zijn maîtresse Olga Freiberg) in de periode van de Eerste Wereldoorlog, de Russische Revolutie en de Russische Burgeroorlog. Pasternak voltooide deze roman in 1955, maar door de Russische autoriteiten werd de publicatie ervan verboden, zodat het werk pas in 1957 voor het eerst gepubliceerd werd, niet in de Sovjet-Unie maar in Milaan.
De publicatie van de wereldberoemde roman Dokter Zjivago, verboden in de Sovjet-Unie en in 1957 in het Westen verschenen, leidde tot een van de grote culturele stormen tijdens de Koude Oorlog.
In de publicatiegeschiedenis van deze roman hebben inlichtingendiensten een belangrijke rol gespeeld. Dat geldt ook voor de Nederlandse BVD, die in opdracht van de CIA de eerste Russische editie bij het Haagse Mouton & Co liet drukken. De distributie van deze uitgave vond plaats vanuit het paviljoen van de Heilige Stoel op de Wereldtentoonstelling in Brussel. Zo is Pasternaks roman via Russische bezoekers de Sovjet-Unie in gesmokkeld.
De zaak Zjivago is een spannend geschreven boek over een belangrijke periode uit de recente geschiedenis en over een roman die de wereld op z’n kop zette. Het is ook een onweerstaanbaar portret van de auteur Boris Pasternak, die in 1958 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend maar gedwongen werd deze te weigeren.
Groot wereldnieuws in het voorjaar van 2014 was de publicatie in The Washington Post waarin de auteurs het bewijs leverden dat de CIA met de roman wilden bijdragen aan de ondermijning van de Sovjet-Unie.